Bien que les Chambres définissent elles-mêmes, en vertu de l'article 60 de la Constitution, les modalités d'exercice de leurs compétences, l'on a jugé nécessaire l'intervention du législateur, parce que le règlement des Chambres ne peut imposer aucune obligation aux justiciables et parce que nulle peine ne peut être établie ni aucun serment imposé qu'en vertu de la loi (articles 14 et 192 de la Constitution) [MAST, A. et DUJARDIN, J., Overzicht van het Belgisch Grondwettelijk Recht, Gand, Story-Scientia, 1985, p. 141]
Hoewel luidens artikel 60 van de Grondwet de Kamers de wijze bepalen waarop zij hun bevoegdheden uitoefenen, werd de tussenkomst van de wetgever toch noodzakelijk geacht omdat het reglement van de Kamers aan de rechtsonderhorigen geen verplichtingen kan opleggen en omdat geen straf kan worden ingevoerd en geen eed kan worden opgelegd dan krachtens de wet (artikelen 14 en 192 van de Grondwet) [MAST, A. en DUJARDIN, J., Overzicht van het Belgisch Grondwettelijk Recht, Gent, Story-Scientia, 1985, blz. 141].