« Les Communautés et les Régions succèdent, chacune en ce qui la concerne, aux biens, droits et obligations des organismes d'intérêt public dont les missions relèvent des compétences régionales et communautaires, selon les modalités fixées par la loi, dans le respect des principes énoncés à l'article 57 et au § 1, alinéas 2 à 8, du présent article ».
« De Gemeenschappen en Gewesten nemen, ieder wat hem betreft, de goederen, rechten en verplichtingen over van de instellingen van openbaar nut waarvan de taken ressorteren onder de bevoegdheden van de Gewesten en Gemeenschappen, op de bij de wet vastgestelde wijze, met inachtneming van de beginselen vervat in artikel 57 en in § 1, tweede tot achtste lid, van dit artikel ».