Le ministre qui a les transports dans ses attributions peut s'opposer à l'aliénation par BIAC des biens immeubles visés à l'article 161, § 1, 1°, ou à la constitution, sur ceux-ci, de droits réels dont la durée est supérieure à vingt-sept ans, si ces opérations affectent significativement la viabilité opérationnelle à long terme de l'aéroport de Bruxelles-National ou sont manifestement sans rapport avec l'exploitation d'installations aéroportuaires.
De minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort mag zich verzetten tegen de vervreemding door BIAC van de in artikel 161, § 1, 1°, van deze wetbedoelde onroerende goederen of tegen het bezwaren van deze onroerende goederen met zakelijke rechten waarvan de duur zevenentwintig jaar overschrijdt, indien deze verrichtingen de operationale leefbaarheid op lange termijn van de luchthaven Brussel-Nationaal in aanzienlijke mate hinderen of indien zij duidelijk geen verband houden met de exploitatie van luchthaveninstallaties.