7. souligne que la poursuite de la coopération entre le Parlement, le Médiateur et la Commission est mutuellement bénéfique pour la réalisation de leurs objectifs communs, qui sont l'amélioration de l'administration européenne et le développement d'une législation de meilleure qualité et d'inspiration plus citoyenne; souligne qu'il faut établir, pour toutes les institutions communautaires, des règles communes de conduite s'inspirant du code de bonne conduite administrative établi par le Médiateur européen et approuvé par le Parlement européen;
7. benadrukt dat meer samenwerking tussen het Parlement, de Ombudsman en de Commissie voor beide partijen voordelig is in het belang van hun gemeenschappelijke doelstellingen van verbetering van het Europese bestuur en ontwikkeling van betere en meer burgergeoriënteerde wetgeving; benadrukt voorts dat er gemeenschappelijke gedragsregels voor alle communautaire instellingen moeten worden vastgesteld, vergelijkbaar met de door de Europese Ombudsman opgestelde en door het Europees Parlement gesteunde Code van Goed Administratief Gedrag;