6. prend acte des réserves émises par le CERS, dans sa déclaration d'opinion du 9 décembre 2011, quant à l'établissement d'un indicateur financier, estiman
t que le tableau de bord devrait inclure les passifs à court terme (somme des passifs à payer dans un délai d'un an) pour le secteur financier non consolidé, hors dépôts bancaires, en tant qu'élément du passif total, et que cet indicateur devrait être privilégié par rapport aux indicateurs fondés sur les flux financiers de fonds propres, tels que les ratios d'effet de levier ou d'endettement, étant donné que les fonds propres, qui sont estimés en fonction des valeurs du marché, sont tr
...[+++]ès sensibles à l'évolution des cours boursiers; rappelle à la Commission que l'article 4, paragraphe 5, du règlement PDM dispose que "les travaux du CERS sont dûment pris en considération lorsqu’il s’agit d’élaborer des indicateurs relatifs à la stabilité des marchés financiers"; 6. wijst op de standpunten van het ESRB van 9 december 2011 met diens bedenkingen over een financiële indicator, waarin het stelt dat het scorebord "verplichtingen voor de korte termijn moet omvatten (alle verplichtingen die binnen een jaar aflopen) voor de niet-geconsolideerde financiële sector, met aftrek van bankdeposito’s, als een percentage van de totale verplichtingen" en dat "de voorkeur moet worden gegeven aan deze indicator boven indicatoren die zijn gebaseerd op aan financieringsstromen gelieerde vermogensmaatstaven, zoals hefboomratio’s, omdat h
et aandelenvermogen wordt geschat aan de hand van marktwaarden en daarom zeer gevoe
...[+++]lig is voor schommelingen op de effectenbeurs"; herinnert de Commissie eraan dat in artikel 4, lid 5, van de MIP-verordening wordt bepaald dat "terdege rekening wordt gehouden met het werk van de ESRB bij het opstellen van indicatoren die van belang zijn voor de stabiliteit van de financiële markten";