Dans l'hypothèse où un contribuable (personne physique ou société) est propriétaire d'un bâtiment industriel ou commercial qu'il affecte à l'exercice de son activité professionnelle (par exemple un hall d'entreposage ou un garage), mais dont ce contribuable accepte qu'une autre entreprise (liée ou non) partage (gratuitement ou non) partiellement l'occupation des lieux, s'agit-il d'une immobilisation dont l'usage a fait l'objet d'une cession au profit de tiers au sens de l'article 43, 2 , AR CIR/1992, avec pour conséquence que le bâtiment serait exclu du régime des amortissements dégressifs ?
Gesteld dat een belastingplichtige (natuurlijke persoon of vennootschap) eigenaar is van een industrieel of commercieel gebouw dat hij bestemt voor de uitoefening van zijn activiteit (bijvoorbeeld een opslaghal of een garage) en dat die belastingplichtige aanvaardt dat een ander (al dan niet verbonden) bedrijf dat gebouw (al dan niet tegen betaling) gedeeltelijk deelt, gaat het dan om vaste activa waarvan het gebruik het voorwerp heeft uitgemaakt van een overdracht ten gunste van derden in de betekenis van artikel 43, 2 , van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, met als gevolg dat het gebouw wordt uitgesloten van het stelsel van degressieve afschrijving ?