1° pour les investissements visés à l'article L3341-5, 1° à 4°, a), b), c), d), e) et g) du Code, l'estimation détaillée des coûts des travaux retenus dans le cadre du programme triennal, majorée du coût des oeuvres d'art et des frais d'études limités respectivement à 2 % et 5 % de ladite estimation et des frais d'essais préalables;
1° voor de investeringen bedoeld in artikel L3341-5, 1° tot en met 4°, a), b), c), d), e) en g) van het Wetboek, de omstandige raming van de kostprijs van de werken die in het kader van het driejarenprogramma in aanmerking worden genomen, verhoogd met de kostprijs van de kunstwerken en de onderzoekskosten, beperkt tot respectievelijk 2 % en 5 % van bedoelde raming en kosten voor voortests;