Selon le rapport de la commission de la Chambre, l'objectif était de permettre « un interrogatoire et une confrontation avec des témoins sans l'autorisation de la Chambre concernée, quel que soit le stade de la poursuite, c'est-à-dire tant dans le cadre d'une information que dans le cadre d'une instruction » (14).
Luidens het verslag van de Kamercommissie was het de bedoeling « ondervraging en confrontatie met getuigen mogelijk te maken zonder verlof van de betrokken Kamer, ongeacht het stadium van de vervolging, dat wil zeggen zowel in het kader van een opsporingsonderzoek als in het kader van een gerechtelijk onderzoek » (14).