Il est déterminé à l'aide de la cale étalon (1) insérée dans le trou de positionnement du point H du mannequin. Cet angle, mesuré entre l'horizontale et la surface plane de 76,2 mm de l'étalon, doit être de 22,5° ± 2,5°.
Bij gebruikmaking van het instrument voor de bepaling van de bekkenhoek (1) dat in het gat voor de controle van het H-punt van de proefpop wordt gestoken, moet de hoek tussen de horizontaal op 76,2 mm van het vlakke oppervlak van het instrument 22,5 ± 2,5° bedragen.