Enfin, il fait observer que la solution de l'intégration du droit social dans les études de « maître » fait perdre aux intéressés le bénéfice des articles 190, § 3, et 194, § 3, du Code judiciaire, qui fixent respectivement les conditions d'accès aux fonctions de juge au tribunal du travail et de substitut de l'auditeur du travail et accordent une réduction de l'expérience professionnelle requise aux candidats qui sont porteurs d'un diplôme de licencié en droit social.
Ten slotte merkt zij op dat de oplossing bestaande in de integratie van het sociaal recht in de masterstudies ervoor zorgt dat de betrokkenen het voordeel verliezen van de artikelen 190, § 3, en 194, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, die respectievelijk de voorwaarden vaststellen inzake de toegang tot de ambten van rechter bij de arbeidsrechtbank en van substituut-arbeidsauditeur, en die een vermindering van de vereiste beroepservaring toekennen aan de kandidaten die houder zijn van het diploma van licentiaat in het sociaal recht.