31. juge nécessaire de définir une nouvelle stratégie de l'Union dans ses relations avec les pays du voisinage oriental sur la base de leurs mérites, de la différenciation et du principe qui consiste à donner plus pour recevoir plus; estime que la politique é
trangère de l'Union doit avoir pour priorité de soutenir les pays désireux de se rapprocher de l'Union et que l'un des p
rincipaux moyens de contenir les ambitions de la Russie dans son voisinage consiste à investir dans l'indépendance, la souveraineté, le développement économique
...[+++] et la poursuite de la démocratisation de ces pays; se déclare attaché à la perspective européenne des voisins européens à l'est de l'Union et rappelle que, conformément à l'article 49 du TUE, ils peuvent, comme toute autre État européen, poser leur candidature à l'adhésion à l'Union pour autant qu'ils respectent les critères de Copenhague ainsi que les principes de la démocratie, les libertés fondamentales, les droits de l'homme et les droits des minorités, et qu'ils garantissent l'état de droit.31. is van opvatting dat een nieuwe benadering van de betrekkingen van de EU met haar oostelijke buren geboden is, die gebaseerd is op merites, differentiatie en het „meer voor meer-beginsel”; meent dat de ondersteuning van landen die een toenadering tot de EU wensen een centrale prioriteit van het buitenlands
beleid van de Unie moet vormen en dat het, om de ambities van Rusland in zijn omgeving in bedwang te houden, van belang is om te investeren in de onafhankelijkheid, de soevereiniteit, de economische ontwikkeling en de verdere democratisering van deze landen; zet zich ervoor in de oostelijke Europese buurlanden van de EU een Europ
...[+++]ees perspectief te bieden, en herinnert eraan dat zij overeenkomstig artikel 49 VEU – net als elke andere Europese staat – kunnen verzoeken om toetreding tot de Europese Unie, mits zij zich aan de criteria van Kopenhagen en de democratische beginselen houden, de fundamentele vrijheden, de mensenrechten en de rechten van minderheden in acht nemen en de toepassing van rechtsstatelijke beginselen waarborgen;