(43)Si la carte bleue européenne est délivrée par un État membre n’appliquant pas intégralement l’acquis de Schengen et que le titulaire de la carte bleue européenne, dans le cadre des situations de mobilité prévues par la présente directive, franchit une frontière extérieure au sens du règlement (UE) 2016/399 du Parlement européen et du Conseil, un État membre devrait être en droit d’exiger que soit fournie la preuve que le titulaire de la carte bleue européenne entre sur son territoire, soit afin d’exercer des activités économiques, soit afin de demander une nouvelle carte bleue européenne sur la base d’un contrat de travail ou d’une offre d’emploi ferme.
(43)Wanneer de Europese blauwe kaart wordt afgegeven door een lidstaat die het Schengenacquis niet volledig toepast en de houder van een Europese blauwe kaart, in de situaties van mobiliteit waarin deze richtlijn voorziet, een buitengrens in de zin van Verordening (EU) nr. / van het Europees Parlement en de Raad overschrijdt, dient een lidstaat het recht te hebben bewijs te vragen van het feit dat de houder van een Europese blauwe kaart zijn lidstaat binnenkomt, hetzij met het oog op bedrijfsactiviteiten, hetzij om er een nieuwe Europese blauwe kaart aan te vragen op grond van een arbeidsovereenkomst of een bindend aanbod van een baan.