a) ou bien un paiement mensuel minimum de 8 % du solde restant dû en capital et intérêts débiteurs, visé à l'article 9, § 3, du présent arrêté, augmenté, le cas échéant, des frais de carte sans que le montant d'un terme, diminué des frais de carte, ne puisse être inférieur à 25 euros; un taux débiteur actuariel de 10 % et des frais de carte annuels de 10 euros; le TAEG est de 13,55 % = 13,6 % tel que calculé à l'exemple 13,
a) ofwel een maandelijkse minimale betaling van 8 % van het verschuldigd saldo in kapitaal en debetinteresten, bedoeld in artikel 9, § 3, van dit besluit, desgevallend verhoogd met de kaartkosten, zonder dat het termijnbedrag, verminderd met de kaartkosten, lager mag zijn dan 25 euro; een actuariële debetrentevoet van 10 % en jaarlijkse kaartkosten van 10 euro; het JKP is 13,55 % = 13,6 % zoals berekend in voorbeeld 13,