1. Outre les catégories explicitement énoncées à l'article 30, paragraphe 2, de la directive 2014/65/UE, les États membres peuvent reconnaître comme contrepartie éligible, conformément à l'article 30, paragraphe 3, de cette directive, une entreprise relevant d'une catégorie de clients qu'il convient de considérer comme des clients professionnels en application de l'annexe II, section I, paragraphes 1, 2 et 3 de cette directive.
1. Naast de categorieën in aanmerking komende tegenpartijen die uitdrukkelijk in artikel 30, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU zijn vermeld, kunnen lidstaten overeenkomstig artikel 30, lid 3, van genoemde richtlijn ook ondernemingen die behoren tot een categorie cliënten die overeenkomstig deel I, punten 1, 2 en 3, van bijlage II bij genoemde richtlijn als professionele cliënten moeten worden aangemerkt, als in aanmerking komende tegenpartij erkennen.