S'il apparaît, lors de l'attribution d'une catégorie professionnelle, que les éléments constitutifs de la fonction exercée ne permettent pas, ou pas suffisamment, de se référer à l'un des descriptifs des fonctions de référence dans l'une des activités d'entreprise visées à l'alinéa précédent, les éléments pertinents correspondant à des descriptifs de fonctions de référence liées à d'autres activités seront pris en compte.
Indien bij de toekenning van een functieklasse blijkt dat de bepalende kenmerken van de uitgeoefende functie niet of onvoldoende overeenstemmen met één van de referentiefuncties in één van de bedrijfsactiviteiten bedoeld in het vorige lid die op het bedrijf van toepassing zijn, zullen de pertinente kenmerken die overeenstemmen met die van een referentiefunctie uit andere activiteiten in aanmerking genomen worden.