L'action en justice n'a pas d'effet suspensif, à moins que le débiteur de la taxe ou le tiers ne demande que l'exécution de la contrainte soit suspendue et que le tribunal, avant dire droit, n'ordonne la suspension, lorsque le demandeur invoque des moyens sérieux susceptibles de justifier l'annulation ou la réformation de la décision visée aux §§ 9 et 11 et que l'exécution immédiate de la contrainte risque de lui causer un préjudice grave difficilement réparable.
De vordering in rechte heeft geen schorsende werking tenzij de schuldenaar van de heffing of de derde de schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel vordert en de rechtbank, alvorens recht te doen, de schorsing beveelt, indien de verzoeker ernstige middelen inroept die de vernietiging of hervorming van de beslissing, als bedoeld in de §§ 9 en 11, rechtvaardigt en als de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het dwangbevel hem een ernstig en moeilijk te herstellen nadeel dreigt te veroorzaken.