CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et ensei
gnant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements Art. 4. A l'article 16 de l'arrêté royal au 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et ensei
gnant, du personnel ...[+++]auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical et sociopsychologique des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécialisé, moyen, technique et artistique de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, remplacé par le décret du 26 juin 2006, les modifications suivantes sont apportées : 1° dans l'alinéa 6, inséré par le décret du 11 mai 2009, les mots " à la fonction de pédagogue de soutien dans l'enseignement fondamental ordinaire," sont insérés entre les mots " à titre temporaire" et les mots " à la fonction d'auxiliaire" ; 2° l'article est complété par un alinéa 7 rédigé comme suit : « En ce qui concerne les membres du personnel exerçant la fonction de maître spécial pour la première langue étrangère dans l'enseignement primaire sans être porteurs du diplôme d'instituteur primaire pour cette fonction, les conditions mentionnées à l'alinéa 1 , 5°, a), b) et c) sont considérées comme remplies lorsqu'ils satisfont déjà à celles mentionnées à l'alinéa 1 , 5°, pour la fonction d'instituteur primaire».HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der
internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen Art. 4. In artikel 16 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en
...[+++] onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch en psychosociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, vervangen bij het decreet van 26 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het zesde lid, dat als vijfde lid was ingevoegd bij het decreet van 11 mei 2009, wordt vervangen als volgt : « In afwijking van het eerste lid, 5°, mogen alleen personen die op het ogenblik van de aanstelling houder zijn van het bekwaamheidsbewijs dat voor het te bekleden ambt vereist is, tijdelijk aangesteld worden in het ambt van pedagoog voor specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon basisonderwijs, in het ambt van school- en leerbegeleider voor bevorderingspedagogiek en in het ambt van psychosociaal begeleider». 2° het artikel wordt aangevuld met een zevende lid, luidende : « Personeelsleden die in het lager onderwijs het ambt van leermeester eerste vreemde taal bekleden, maar niet het diploma van onderwijzer voor het lager onderwijs voor dat ambt hebben, worden geacht te voldoen aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid, 5°, a), b) en c), als ze reeds voldoen aan de ...