9. condamne fermement les sentences de mort et les exécutions en Iran, en particulier celles prononcées ou réalisées sur des délinquants juvéniles ou mineurs et proteste vigoureusement contre l'exécution en Iran, le 11 octobre 2009, de Behnood Shojaee; presse les autorités iraniennes de respecter les garanties légales reconnues au niveau international en ce qui concerne les mineurs, telles que la convention internationale relative aux droits civils et politiques et la convention internationale relative aux droits de l'enfant et, en particulier, de ne pas exécuter Safar Angooti et Abbas Hosseini;
9. veroordeelt de terdoodveroordelingen en de executies in Iran ten stelligste, met name ten aanzien van jeugdige overtreders en minderjarigen, en protesteert met klem tegen de executie van Behnoud Shojaee op 11 oktober 2009 in Iran; dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan zich te houden aan de internationaal erkende juridische garanties met betrekking tot minderjarigen, zoals het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, en verzoekt hen dringend om Safar Angooti en Abbas Hosseini niet te executeren;