Art. 5. Conformément aux articles 41, 41bis et 42 de la loi sur le travail du 15 mars 1971 et à l'arrêté royal du 2 mai 1995 relatif à la protection de la maternité, et en concertation avec le comité de prévention et de protection ou, à défaut de celui-ci, avec la délégation syndicale ou, à défaut de celle-ci, avec les travailleurs et le médecin du travail, l'employeur doit prendre les mesures nécessaires de protection pour les travailleuses enceintes et les travailleuses qui allaitent leur enfant.
Art. 5. In toepassing van artikelen 41, 41bis en 42 van de arbeidswet van 15 maart 1971 en het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming, moet de werkgever met het comité voor preventie en bescherming, bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis met de werknemers en in samenspraak met de arbeidsgeneesheer, de nodige maatregelen treffen voor zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven.