À cet égard, les juridictions allemandes ont posé en 2013 trois questions préjudicielles à la CJUE: dans les affaires C-473/13 (Bero) et C-514/13 (Bouzalmate), la Cour a été interrogée sur la question de savoir si un État membre est tenu, en vertu de l’article 16, paragraphe 1, de la directive, de retenir les personnes faisant l'objet d'une mesure de retour dans un centre de rétention spécialisé s'il ne possède des centres de rétention spécialisés que dans certaines de ses sous-entités régionales (et pas dans d'autres).
In 2013 hebben Duitse rechters in dit verband drie verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend bij het Europees Hof van Justitie: in de zaken C-473/13 (Bero) en C-514/13 (Bouzalmate) werd aan het Hof gevraagd of lidstaten op grond van artikel 16, lid 1, van de richtlijn ertoe verplicht zijn personen jegens wie een terugkeermaatregel loopt in speciale voor bewaring bestemde inrichtingen onder te brengen indien dergelijke inrichtingen enkel in een aantal regionale subentiteiten van deze lidstaat bestaan (en niet in andere).