3. Les États membres peuvent interdire aux intermédiaires d’assurance et entreprises d’assurance d’accepter ou de percevoir des frais, des commissions ou d’autres avantages monétaires versés ou fournis par un tiers ou par une personne agissant pour le compte d’un tiers, en rapport avec la distribution aux clients de produits d’investissement fondés sur l’assurance.
3. Lidstaten kunnen de aanvaarding of ontvangst verbieden van provisies, commissies en geldelijke tegemoetkomingen die aan verzekeringstussenpersonen of verzekeringsondernemingen worden betaald of verstrekt door een derde partij of een persoon die in verband met de distributie van verzekeringen met een beleggingscomponent aan klanten voor rekening van een derde partij handelt.