4. Les États membres et les autres promoteurs de projet prennent toutes les mesures nécessaires pour veiller à ce que les projets soient menés en conformité avec les règles et procédures nationales, régionales et de l'Union applicables, en particulier avec la législation de l'Union en matière d'environnement, de protection du climat, de sécurité, de sûreté, de concurrence, d'aides publiques, de marché publics, de santé publique et d'accessibilité.
4. De lidstaten en andere initiatiefnemers van projecten dienen de nodige maatregelen te nemen om te waarborgen dat de projecten worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante voorschriften en procedures van de EU, de lidstaten en de regio's en met name de EU-wetgeving inzake milieu, klimaatbescherming, veiligheid, beveiliging, concurrentie, staatssteun, overheidsaankopen, volksgezondheid en toegankelijkheid.