128. relève que la surveillance bancaire à l'échelle de l'Union passe par une séparation claire des missions et des responsabilités respectives de l'Autorité, de la Banque centrale européenne et des autorités nationales de surveillance, que celles-ci fassent ou non partie du mécanisme de surveillance unique; demande, par conséquent, que leurs missions et leurs responsabilités soient davantage clarifiées afin d'éviter tout risque de chevauchement, de lacunes ou de manque de clarté dans la définition des responsabilités;
128. merkt op dat voor toezicht op het bankwezen in de hele Unie een duidelijke verdeling van de rollen en de verantwoordelijkheden vereist is tussen de Autoriteit, de Europese Centrale Bank en de nationale toezichthoudende autoriteiten, zowel binnen als buiten het gemeenschappelijk toezichtmechanisme; verzoekt derhalve om een verduidelijking van hun rollen en taken om het risico van overlappende taken, mogelijke hiaten en onduidelijke verantwoordelijkheden te vermijden;