La jurisprudence récente de la Cour de cassation commence, en effet, à admettre le principe de l'applicabilité de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme à la phase préalable à la saisine du fond lorsque l'inobservation des exigences de cette disposition au stade de l'information préliminaire ou de l'instruction préparatoire est de nature à compromettre gravement le caractère équitable du procès (Cass. 24 octobre 1997, JLMB, 1998, p. 1324, cité par F. Kuty, o.c., p. 795).
De recente jurisprudentie van het Hof van Cassatie begint immers het beginsel te aanvaarden dat artikel 6 van het Europees Verdrag van de rechten van de mens toegepast kan worden op de fase die voorafgaat aan de verwijzing naar het vonnisgerecht wanneer de niet-naleving van de in dat artikel voorgeschreven verplichtingen gedurende het opsporingsonderzoek of het vooronderzoek van die aard is dat het billijke karakter van het proces erdoor geschaad kan worden (Cass. 24 oktober 1997, JLMB, 1998, blz. 1324, geciteerd door F. Kuty, o.c., blz. 795).