Étant donné que les États membres peuvent utiliser ces 20 % comme bon leur semble, la Commission ne craint-elle pas que cette démarche marque le début de la fin d’une approche commune de la politique agricole au sein de l’UE, et, ne pense-t-elle pas qu’il s’agit donc d’une démarche inopportune, à laquelle il faut s’opposer?
Deze twintig procent kan geheel naar goeddunken van een lidstaat worden besteed. Is de Commissie er daarom niet bezorgd over dat deze aanpak het begin van het einde van een gezamenlijke benadering van het landbouwbeleid in de EU is, als zodanig ongeschikt is en moet worden tegengegaan?