La Commission considère qu'en principe, un investisseur privé en économie de marché, qui doit décider entre le financement de la restructuration de sa filiale et sa mise en faillite, peut être amené à prendre en compte le coût pour la réduction de son personnel, si cette réduction de personnel était une conséquence directe et inévitable de la mise en faillite de la filiale.
De Commissie is van mening dat in beginsel een particuliere investeerder in een markteconomie die moet kiezen tussen het financieren van de herstructurering van zijn dochteronderneming en het failliet laten gaan ervan, ertoe gebracht kan worden rekening te houden met de kosten van de inkrimping van zijn personeel indien die personeelsinkrimping een rechtstreeks en onvermijdelijk gevolg was van het failliet laten gaan van de dochteronderneming.