1. En cas de décès du titulaire d'une pension due en vertu de la législation d'un État membre, ou de pensions dues en vertu de la législation de deux ou plusieurs États membres, lorsque ce titulaire résidait dans un État membre autre que celui où se trouve l'institution responsable du coût des prestations en nature servies en vertu des articles 24 et 25, les allocations de décès dues en vertu de la législation que cette institution applique sont à sa charge, comme si le titulaire de pension avait résidé, au moment de son décès, dans l'État membre où cette institution se trouve.
1. Bij overlijden van een rechthebbende op pensioen, hem verschuldigd krachtens de wetgeving van één lidstaat, of op pensioen, hem verschuldigd krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, terwijl hij woonde in een andere lidstaat dan die van het orgaan dat verantwoordelijk is voor de kosten van de op grond van de artikelen 24 en 25 verleende verstrekkingen, worden de uitkeringen bij overlijden welke krachtens de door dit orgaan toegepaste wetgeving verschuldigd zijn, voor rekening van dat orgaan verstrekt alsof de pensioengerechtigde op het tijdstip van zijn overlijden woonde in de lidstaat waar dit orgaan zich bevindt.