1. Les exploitants veillent à ce que les systèmes embarqués visés à l’article 1er, paragraphe 2, point c), et leurs composants installés à bord des aéronefs visés à l’article 3, paragraphes 2 et 3, prennent en charge les applications air-sol définies dans les normes de l’OACI spécifiées à l’annexe III, points 2 et 3.
1. Exploitanten zien erop toe dat de in artikel 1, lid 2, onder c), bedoelde boordsystemen en de onderdelen daarvan aan boord van de in artikel 3, leden 2 en 3, bedoelde luchtvaartuigen, de lucht-grondtoepassingen ondersteunen die zijn gedefinieerd in de in bijlage III, punten 2 en 3, genoemde ICAO-normen.