Par dérogation aux dispositions de l'alinéa 1 , lorsqu'une personne peut faire valoir la qualité d'enfant à charge au sens de l'article 123, 3, et celle de personne cohabitante à charge au sens de l'article 123, 2, elle peut être inscrite comme personne cohabitante à charge, à condition cependant que le titulaire ne soit pas parent ou allié jusqu'au troisième degré inclus.
In afwijking van het eerste lid, kan een persoon die zowel de hoedanigheid van kind ten laste in de zin van artikel 123, 3, als van samenwonende persoon ten laste in de zin van artikel 123, 2, kan laten gelden, ingeschreven worden als samenwonende persoon ten laste, op voorwaarde evenwel dat de gerechtigde geen bloed- of aanverwant tot en met de derde graad is.