Art. 18. Par " travailleur à domicile régulier" , on entend : un travailleur à domicile qui, pendant la période d'application concernée, a gagné un salaire, non compris l'indemnité pour l'emploi de sa propre machine ou de son propre matériel, ni l'indemnité pour la fourniture d'accessoires, s'élevant au moins à 90 p.c. du salaire de référence d'un ouvrier à l'usine occupé dans la même classe de fonctions que l'intéressé.
Art. 18. Onder " regelmatige huisarbeider" wordt verstaan : een huisarbeider die, tijdens de betrokken toepassingsperiode, een loon verdiende, de vergoeding voor het gebruik van zijn eigen machine of zijn eigen materiaal en de vergoeding voor de levering van bijhorigheden niet inbegrepen, dat tenminste gelijk is aan 90 pct. van het referentieloon van een fabrieksarbeider, tewerkgesteld in dezelfde klasse van functies als de betrokkene.