17. estime que la lutte contre l'immigration clandestine et le contrôle des frontières ne peuvent être qu'un aspect de la politique de l'Union envers les pays tiers et qu'il faut appliquer à ceux-ci une politique active de développement des pays d'origine afin de minimiser les effets négatifs de l'émigration; estime que l'Union ne peut pas analyser sa politique d'immigration seulement du point de vue de son intérêt économique mais qu'elle doit aussi tenir compte des raisons qui obligent les migrants à émigrer;
17. meent
dat de strijd tegen clandestiene immigratie en grenscontrole niet meer dan één van de aspecten van de beleidsvoering van de Europese Unie tegenover derde landen mogen zijn en dat er een actief ontwikkelingsbeleid van de landen va
n oorsprong gevoerd moet worden om de nadelige gevolgen van emigratie zo gering mogelijk te houden; vindt dat de Europese Unie haar immigratiebeleid niet enkel uit economisch oogpunt mag bekijken, maar ook de redenen die een emigrant ertoe aanzetten om zijn land te verlaten in de rekening moet betre
...[+++]kken;