En effet, lors de ses discussions sur le mandat de négociation, le Conseil de l'UE a décidé de maintenir les "préférences collectives" (OGM, ractopamine, hormones, décontamination chimique des viandes, clonage animal) ainsi que les législations nationales, pour lesquelles il existe des sensibilités chez plusieurs États membres, notamment la France et la Belgique.
Tijdens zijn besprekingen over het onderhandelingsmandaat heeft de Raad van Europa immers besloten om de "collectieve voorkeuren" (GGO's, ractopamine, hormonen, chemische ontsmetting van vlees, klonen van dieren) te behouden, net als de nationale wetgevingen waarvoor er gevoeligheden bestaan bij meerdere lidstaten, met name Frankrijk en België.