L'on vise ici à permettre une comparaison entre les pricafs d'une part et les sociétés holding cotées n'ayant pas la qualité d'organismes de placement collectif alternatifs (voy. les articles 3, 48° et 7, 1°, de la loi du 19 avril 2014) d'autre part.
Bedoeling is een vergelijking mogelijk te maken tussen, enerzijds, de privaks en, anderzijds, de genoteerde holdings die niet de hoedanigheid van alternatieve instellingen voor collectieve belegging hebben (zie de artikelen 3, 48°, en 7, 1°, van de wet van 19 april 2014).