1. a) Combien de militaires, par force et par catégorie de personnel, ont été désignés en 1994 et 1995 pour participer à des missions à l'étranger en tant qu'observateurs des NU ou des CE? b) Quelles sont ces mêmes données pour les opérations UNPROFOR, ECMM et IFOR? c) Parmi les officiers qui y ont participé, combien possédaient un brevet d'état-major (BEM), un brevet d'administration militaire (BAM) ou étaient ingénieur du matériel militaire (IMM)? d) Combien ne possédaient aucun de ces brevets?
1. a) Hoeveel militairen, per krijgsmachtdeel en per personeelscategorie, werden gedurende de jaren 1994 en 1995 aangeduid voor buitenlandse opdrachten als UNO of EG-waarnemer? b) Wat zijn die gegevens voor de operaties UNPROFOR, ECMM en IFOR? c) Hoeveel van de officieren die deelnamen aan de opdrachten bezaten het brevet van stafbrevethouder (SBH), militair administrateur (MAB) en ingenieur militaire materialen (IMM)? d) Hoeveel bezaten eventueel geen enkel van die brevetten?