Si, à l'échéance du délai de trente jours calendrier visés à l'alinéa 1, le pouvoir organisateur n'a pas apporté la preuve qu'il a pris les mesures nécessaires pour se conformer aux dispositions précitées et pour rétablir la légalité, il perd, pour une durée déterminée ci-après, le bénéfice de 20 % des subventions accordées conformément à l'article 24, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de l'enseignement.
Indien de inrichtende macht, binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van dertig kalenderdagen, het bewijs niet heeft geleverd dat zij de noodzakelijke maatregelen heeft genomen om de voormelde bepalingen na te leven en om de wettelijke toestand te herstellen, verliest ze, voor een hierna bepaalde duur, het voordeel van 20 % van de subsidies die worden toegekend overeenkomstig artikel 24, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.