27. relève que la notion de «responsabilité de protéger» a bien progressé au sein des organes des Nations unies tels que le Conseil de sécurité, l'AGNU et le
CDH; souligne que cette notion a un caractère global qui s'étend au-delà de la seule intervention militaire; prend
acte d'une nouvelle interprétation qui est en train de voir le jour («protection des civils»), qui a été lancée par certains pays BRIC, en particulier le Brésil, à la suite de la crise libyenne; souhaite voir approfondie la
question de savoir ...[+++]comment les organes des Nations unies, en particulier le Conseil de sécurité, pourraient exploiter cette notion en assurant une meilleure coopération entre les États membres en cas de crise; souligne notamment le rôle préventif que joue à cet égard la Cour pénale internationale, notamment le Bureau du procureur, et le bien-fondé des saisines de la CPI par le Conseil de sécurité des Nations unies; 27.
constateert dat het concept „verantwoordelijkheid voor bescherming (R2P)” goed aanslaat bij VN-organen als de Veiligheidsraad, de Algemene Vergadering en de Raad voor de rechten van de mens; benadrukt dat R2P een ruimer begrip is dat meer omvat dan alleen militair ingrijpen; merkt op
dat ook een nieuwe interpretatie opgang doet („verantwoordelijkheid bij het beschermen”), die oorspronkelijk na de Libië-crisis door sommige BRIC-landen, met name Brazilië, in omloop werd gebracht; moedigt het verdere debat aan over de vraag hoe de
...[+++] VN-organen, met name de Veiligheidsraad, dit concept eventueel kunnen aanwenden met het oog op een grotere samenwerking tussen lidstaten in geval van crisis; onderstreept in het bijzonder de preventieve rol die het Internationale Strafhof vervult, met name het Bureau van de Aanklager, en het heilzame effect in dit opzicht van de verwijzingen naar het ICC door de VN-veiligheidsraad;