- alors que le travailleur exerçant de façon non constante la fonction
de représentant de commerce et le travailleur exerçant, de façon constante ou non, une f
onction commerciale sédentaire dans le cadre de laquelle il prospecte la clientèle potentielle, qui étaient liés par un contrat de travail auquel il est mis fin après une année d'ancienneté, soit par le fait de l'employeur sans motif grave, soit par les travailleurs eux-mêmes pour motif grave, et qui ont apporté à leur employeur une clientèle que, contre leur gré, ils ne peuvent
...[+++] plus valoriser au terme de leur fonction, subissant de ce fait un préjudice, ne se voient reconnaître aucun droit à une indemnité d'éviction, et leurs employeurs ne se voient pas imposer l'obligation de payer une telle indemnité ?- terwijl aan de werknemer die op niet-bestendige wijze de functie van handelsvertegenwoordiger uitoefent en aan de werknemer die op al dan niet bestendige w
ijze een sedentaire commerciële functie uitoefent in dewelke hij op zoek gaat naar cliënteel, waarvan de arbeidsovereenkomst na één jaar anciënniteit, wordt beëindigd door de werkgever zonder dringende reden of door henzelf om een dringende reden, en die aan hun werkgever cliënteel hebben aangebracht dat zij na hun dienstbetrekking tegen hun wil in niet meer kunnen valoriseren en die hierdoor nadeel lijden, geen recht op een uitwinningsvergoeding wordt toegekend en aan hun werkgevers
...[+++] niet de verplichting wordt opgelegd om een dergelijke vergoeding te betalen ?