2. Les États membres peuvent prévoir que les personnes physiques ou morales ou groupements de ces personnes, y compris les caves coopératives qui, avant les dates prévues à l'article 11, paragraphe 1, ont traité et/ou commercialisé des produits en amont du vin au titre de la campagne en cours présentent aux autorités compétentes une déclaration de traitement et/ou de commercialisation comportant au moins les indications reprises au tableau C.
2. De lidstaten kunnen bepalen dat de natuurlijke personen of de rechtspersonen dan wel de groeperingen van dergelijke personen, met inbegrip van de wijnbereidingscoöperaties die vóór de in artikel 11, lid 1, vastgestelde data producten in het aan de wijnbereiding voorafgaande stadium voor het lopende wijnoogstjaar hebben behandeld en/of in de handel hebben gebracht, bij de bevoegde instanties een opgave van behandeling en/of afzet met ten minste de in tabel C bedoelde gegevens indienen.