Considérant qu'en application de l'article XI. 318/3 du Code de droit économique, le Roi est notamment habilité à fixer les modalités de perception de la rémunération des éditeurs; que lors
de la réunion de la Commission consultative reprographie organisée le 10 octobre 2016, le souhait a été exprimé d'encadrer par le présent arrêté royal la possibilité de mettre en place une plate-forme en ligne à disposition des débiteurs à des fins de déclaration; que cette proposition a bien été accue
illie; qu'il a été également souhaité que soit p ...[+++]révue la possibilité pour une personne morale d'exécuter les obligations de déclaration de la rémunération pour reprographie et de payer celle-ci, pour le compte de débiteurs avec lesquels une telle personne a un lien de droit ou de fait; que ces possibilités offertes aux débiteurs sont complémentaires à la déclaration papier individuelle et de nature à réduire à terme leurs coûts de gestion et ceux de la société de gestion; qu'en conséquence, les dispositions concernées du présent arrêté, relevant de l'habilitation donnée au Roi en vertu de l'article XI. 318/3 du Code de droit économique, sont dans l'intérêt de l'ensemble des parties intéressées et que celles-ci ont été consultées via la Commission consultative en matière de reprographie; Overwegende dat overeenkomstig artikel XI. 318/3 van het Wetboek van economisch recht, de Koning enerzijds de nadere regels bepaalt voor de inning en de verdeling van de vergoeding van de uitgevers
; dat tijdens de vergadering van de Adviescommissie reprografie van 10 oktober 2016 de wens werd uitgedrukt om met dit koninklijk besluit de mogelijkheid te omkaderen om een online platform ter beschikking te stellen van de vergoedingsplichtigen voor hun aangifte; dat dit voorstel gunstig onthaald werd; dat ook de wens werd uitgedrukt om de mogelijkheid in te voeren, voor een rechtspersoon, om de verplichtingen uit te voeren wat betreft de
...[+++]aangifte van de vergoeding voor reprografie en de betaling ervan, voor rekening van de vergoedingsplichtigen waarmee die rechtspersoon in rechte of feitelijk verbonden is; dat deze mogelijkheden die de vergoedingsplichtigen worden geboden een aanvulling vormen van de individuele papieren aangifte en op termijn hun beheerskosten en die van de beheersvennootschap kunnen verminderen; dat bijgevolg de betrokken bepalingen van dit besluit, die onderworpen zijn aan de machtiging van de Koning, op grond van het artikel XI. 318/3 van het Wetboek van economisch recht, in het belang zijn van alle betrokken partijen en dat deze laatsten werden geraadpleegd via de Adviescommissie reprografie;