En ce qu'il prive les couples de résidents pour lesquels une imposition commune est établie, et dont l'un des membres - en l'occurrence celui qui perçoit effectivement les revenus les plus élevés - perçoit des traitements en provenance d'une organisation internationale, conventionnellement exonérés sous réserve de progressivité, de la majoration de quotité exemptée d'impôt pour enfant à charge, l'article 134 du Code des impôts sur les revenus 1992 viole les articles 10 et 11 de la Constitution.
In zoverre het de ingezeten echtparen voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd en waarvan een van de echtgenoten - te dezen diegene die daadwerkelijk de hoogste inkomsten ontvangt - wedden ontvangt die afkomstig zijn van een internationale organisatie en die bij overeenkomst zijn vrijgesteld onder progressievoorbehoud, de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen ten laste ontzegt, schendt artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.