1) Een ieder die op de referentiedag(en) (dat wil zeggen op de dagen waarop volgens de wetgeving van de Lid-Staat van verblijf moet voldaan zijn aan de voorwaarden om kiezer te zijn), burger is van de Unie in de zin van artikel 8, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag to
t oprichting van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd door het Verdrag betreffende de Europese Unie, het zogenaamde « Verdrag van Maastricht » (« Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een Lid-Staat bezit». ) (1) en, zonder de nationaliteit daarvan te bezitten, voor het overige voldoet aan de voorwaarden waaraan de wetgeving van deze Staat
(dat wil ...[+++]zeggen de Belgische wetgeving) het actieve kiesrecht van zijn onderdanen onderwerpt, heeft in die Lid-Staat (dat wil zeggen in België) het actief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen overeenkomstig deze richtlijn (artikel 3 daarvan).