Le demandeur doit, durant toute la période de rétention, communiquer au service de proximité compétent de l'Administration, par écrit et dans les dix jours ouvrables qui suivent l'événement, toute diminution sans remplacement du nombre déclaré de vaches allaitantes, ou tout dépassement du nombre maximal de génisses prescrit, ou toute diminution du nombre de génisses en dessous du nombre minimal de génisses prescrit, comme prévu par le règlement (CE) n° 1254/1999, article 6, § 2.
De aanvrager moet tijdens de aanhoudingsperiode aan de bevoegde buurtdienst van het Bestuur schriftelijk en binnen de tien werkdagen die op de gebeurtenis volgen, elke vermindering zonder vervanging van het aangegeven aantal zoogkoeien mededelen, of elke overschrijding van het voorgeschreven maximumaantal vaarzen, of elke vermindering van het aantal vaarzen tot onder het voorgeschreven minimumaantal vaarzen, zoals bepaald bij de verordening (EG) nr. 1254/1999, artikel 6, § 2.