86. considère que, si des auditeu
rs du secteur privé doivent être associés à l'audit externe des comptes des agences, la sélection et le recrutement de ces auditeurs doivent être effectués dans le respect des dispos
itions applicables, notamment celles concernant la transparence des marchés publics, et que des mécanismes de contrôle appropriés doivent être mis en place pour faire en sorte que les activités relatives à la légalité et à la régularité des recettes et des dépenses et à la fiabilité des comptes des agences soient exercées c
...[+++]onformément aux normes prévues; considère en outre que certains aspects de ces audits externalisés, notamment les constatations d'audits communiquées, doivent continuer de relever de la pleine responsabilité de la Cour des comptes, à laquelle il incombe de gérer toutes les procédures administratives et de marchés nécessaires et de les financer sur son budget, sans demander de budget supplémentaire, puisque ces tâches relèvent de la compétence de la Cour des comptes; en outre, la crise actuelle ne permet pas de budget supplémentaire destiné à effectuer des tâches qui incombent à une institution de l'Union, en l'espèce la Cour des comptes; 86. is van oordeel dat, mochten controleurs uit de particuliere sector bij de externe controle van de rekeningen van de agentschappen worden betrokken, de selectie en benoeming van de parti
culiere controleurs dient te geschieden overeenkomstig de vigerende regelgeving, waaronder die betreffende transparantie van overheidsopdrachten, en dat passende controlemechanismen moeten worden ingevoerd om ervoor te zorgen dat werkzaamheden in verband met de wettigheid en regelmatigheid van ontvangsten en uitgaven en de betrouwbaarheid van de rekeningen van de agentschappen overeen
komstig de vereiste normen ...[+++] worden uitgevoerd; is eveneens van oordeel dat aspecten van zulke uitbestede externe controles, met inbegrip van de gerapporteerde controlebevindingen, volledig moeten blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van de Rekenkamer, die alle vereiste administratieve en aanbestedingsprocedures zal moeten beheren en uit haar eigen begroting zal moeten financieren, zonder aanspraak te kunnen maken op een aanvullende begroting, aangezien deze taak onder de bevoegdheid van de Rekenkamer valt; is voorts van oordeel dat de huidige crisis geen ruimte biedt voor aanvullende begrotingen voor de uitvoering van taken die onder de bevoegdheid vallen van één EU-instelling, in voorkomend geval de Rekenkamer;