5. invite les États membres à adopter une approche plus ambitieuse et plus concrète lorsqu'ils adaptent les objectifs de l'Union européenne à leurs propres objectifs nationaux; demande, en particulier, que les objectifs en matière d'emploi, de réduction de la pauvreté et d'éducation soient ventilés par âge et par sexe afin de faciliter les évaluations comparatives;
5. roept de lidstaten op een ambitieuzere en concretere benadering te hanteren als ze de EU-doelstellingen vertalen naar hun eigen doelstellingen op nationaal niveau; pleit er in het bijzonder voor dat werkgelegenheids-, armoedebestrijdings- en onderwijsdoelstellingen worden uitgesplitst naar leeftijd en geslacht om gemakkelijker ijkpunten te kunnen bepalen;