Vertaling van "compatibilité desdites " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

compatibilité au niveau du matériel | compatibilité de matériel | compatibilité entre machines | compatibilité physique
apparatuur-compatibiliteit | fysieke compatibiliteit | fysieke uitwisselbaarheid | uitwisselbaarheid van apparatuur

compatibilité au niveau des programmes | compatibilité logique
logische uitwisselbaarheid | uitwisselbaarheid van programma's

compatibilité an 2000 | compatibilité avec l'an 2000 | conformité à l'an 2000 | conformité an 2000
millenniumbestendigheid

interconnexion de systèmes [ compatibilité informatique | interconnexion de systèmes ouverts | OSI ]
interconnectie van systemen [ compatibiliteit van de informatica | opensysteeminterconnectie | OSI ]

harmonisation des normes [ compatibilité des matériels | matériel compatible ]
harmonisatie van de normen [ compatibiliteit | verenigbaarheid van de materialen | verenigbaar materiaal ]

techniques de compatibilité croisée pour les transfusions sanguines
kruisproeftechnieken voor bloedtransfusies

évaluer la compatibilité entre des individus et des animaux destinés à travailler ensemble
beoordelen of individuen en dieren kunnen samenwerken | compatibiliteit van individuen en dieren beoordelen om samen te werken

vérifier la compatibilité de matériaux
compatibiliteit van materialen controleren | compatibiliteit van materialen nakijken

compatibilité
compatibiliteit

attestation de compatibilité
verenigbaarheidsattest

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 342, § 3, du CIR 1992 avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, en ce que cette disposition instaure des minima imposables et prive le contribuable de la possibilité d'établir le caractère arbitraire de la taxation opérée par l'administration fiscale, alors que les autres contribuables imposés d'office mais pas sur la base desdits minima disposent de cette faculté.
De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van artikel 342, § 3, van het WIB 1992 met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre die bepaling belastbare minima invoert en de belastingplichtige de mogelijkheid ontzegt om het willekeurige karakter van de door de belastingadministratie gevestigde aanslag aan te tonen, terwijl de andere belastingplichtigen die ambtshalve zijn belast, maar niet op grond van die minima, die mogelijkheid wel genieten.

La question préjudicielle porte sur la compatibilité de ces articles avec les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce qu'ils ont pour effet de voir, ceteri paribus : - d'une part, les employeurs d'employés occupés à dater du 1 janvier 2012 ou ultérieurement, justifiant d'une ancienneté réelle ou conventionnelle d'entre dix et vingt ans, procédant avant le 1 janvier 2014 au licenciement desdits employés, devoir du chef de tels licenciements régler des indemnités compensatoires de préavis équivalentes à la rémunération de 360 jours, - d'autre part, les employeurs d'ouvriers occupés à dater du 1 janvier 2012 ou ultérieurement, justifiant d'une ancienneté réelle ou conventionnelle d'entre 10 et 20 ans, procédant avant le 1 janvier 2014 au licenciement des dits ouvriers, devoir du chef de tels licenciements régler des indemnités compensatoires de préavis équivalentes à la rémunération de 28 jours ».
De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van die artikelen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet « in zoverre zij tot gevolg hebben dat, ceteris paribus : - enerzijds, de werkgevers van bedienden die tewerkgesteld waren vanaf 1 januari 2012 of later en die doen blijken van een reële of conventionele anciënniteit tussen tien en twintig jaar, die vóór 1 januari 2014 overgaan tot het ontslag van de genoemde bedienden, wegens dergelijke ontslagen compensatoire opzeggingsvergoedingen moeten betalen die equivalent zijn met het loon voor 360 dagen, - anderzijds, de werkgevers van arbeiders die tewerkgesteld waren vanaf 1 januari 2012 of later en die doen blijken van een reële of conventionele anciënniteit tussen tien en twintig jaar, die vóór 1 januari 2014 overgaan tot het ontslag van de genoemde arbeiders, wegens dergelijke ontslagen compensatoire opzeggingsvergoedingen moeten betalen die equivalent zijn met het loon voor 28 dagen ».

22. invite tous les États membres de l'Union européenne et en particulier, compte tenu de sa résolution du 4 juillet 2013 et de ses auditions d'enquête, le Royaume-Uni, la France, l'Allemagne, la Suède, les Pays-Bas et la Pologne à veiller à ce que leur cadre législatif et leurs mécanismes de contrôle, actuels et à venir, applicables aux activités des services de renseignement soient conformes aux normes de la convention européenne des droits de l'homme et au droit de l'Union européenne en matière de protection des données; invite ces États membres à faire la lumière sur les allégations concernant des activités de surveillance massive, y compris la surveillance massive des communications transfrontalières, la surveillance non ciblée des communications par câble, les accords éventuels passés entre les services de renseignement et des entreprises de télécommunications concernant l'accès aux données personnelles et leur échange et l'accès aux câbles transatlantiques, la présence sur le territoire de l'Union européenne de personnels et d'équipements de renseignement américains sans contrôle sur les opérations de surveillance, et leur compatibilité avec la législation de l'Union; invite les parlements nationaux desdits pays à intensifier la coopération de leurs organes de surveillance des services de renseignement au niveau européen;
22. roept alle lidstaten van de EU, en met name, gelet op zijn resolutie van 4 juli 2013 en zijn onderzoeks-hoorzittingen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Nederland en Polen op ervoor te zorgen dat hun huidige en toekomstige wetgevingskaders en toezichtsmechanismen voor de activiteiten van inlichtingendiensten in overeenstemming zijn met de normen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming; vraagt deze lidstaten om nadere opheldering over de klachten omtrent massale observatie- en afluisteractiviteiten, zoals massaal afluisteren van grensoverschrijdende telecommunicatie, ongericht afluisteren op kabelverbindingen, mogelijke afspraken tussen inlichtingendiensten en telecommunicatiebedrijven omtrent toegang en uitwisseling van persoonsgegevens, en toegang tot transatlantische kabelverbindingen, inzet van personeel en materieel van Amerikaanse inlichtingendiensten op het EU-gebied zonder toezicht op de observatie-operaties, en de verenigbaarheid van een en ander met de EU-wetgeving; geeft de nationale parlementen van die landen in overweging hun samenwerking met hun toezichtsorganen op gebied van inlichtingendiensten op Europees niveau te intensiveren;

23. invite tous les États membres de l'Union européenne et en particulier, compte tenu de sa résolution du 4 juillet 2013 et de ses auditions d'enquête, le Royaume-Uni, la France, l'Allemagne, la Suède, les Pays-Bas et la Pologne à veiller à ce que leur cadre législatif et leurs mécanismes de contrôle, actuels et à venir, applicables aux activités des services de renseignement soient conformes aux normes de la convention européenne des droits de l'homme et au droit de l'Union européenne en matière de protection des données; invite ces États membres à faire la lumière sur les allégations concernant des activités de surveillance massive, y compris la surveillance massive des communications transfrontalières, la surveillance non ciblée des communications par câble, les accords éventuels passés entre les services de renseignement et des entreprises de télécommunications concernant l'accès aux données personnelles et leur échange et l'accès aux câbles transatlantiques, la présence sur le territoire de l'Union européenne de personnels et d'équipements de renseignement américains sans contrôle sur les opérations de surveillance, et leur compatibilité avec la législation de l'Union; invite les parlements nationaux desdits pays à intensifier la coopération de leurs organes de surveillance des services de renseignement au niveau européen;
23. roept alle lidstaten van de EU, en met name, gelet op zijn resolutie van 4 juli 2013 en zijn onderzoeks-hoorzittingen, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Nederland en Polen op ervoor te zorgen dat hun huidige en toekomstige wetgevingskaders en toezichtsmechanismen voor de activiteiten van inlichtingendiensten in overeenstemming zijn met de normen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de EU-wetgeving inzake gegevensbescherming; vraagt deze lidstaten om nadere opheldering over de klachten omtrent massale observatie- en afluisteractiviteiten, zoals massaal afluisteren van grensoverschrijdende telecommunicatie, ongericht afluisteren op kabelverbindingen, mogelijke afspraken tussen inlichtingendiensten en telecommunicatiebedrijven omtrent toegang en uitwisseling van persoonsgegevens, en toegang tot transatlantische kabelverbindingen, inzet van personeel en materieel van Amerikaanse inlichtingendiensten op het EU-gebied zonder toezicht op de observatie-operaties, en de verenigbaarheid van een en ander met de EU-wetgeving; geeft de nationale parlementen van die landen in overweging hun samenwerking met hun toezichtsorganen op gebied van inlichtingendiensten op Europees niveau te intensiveren;

La Commission devrait élaborer et actualiser des lignes directrices pour la structure desdits plans, afin d’en faciliter la comparaison et la compatibilité.
De Commissie moet richtsnoeren vaststellen en actualiseren voor de structuur van de plannen, zodat ze met elkaar vergelijkbaar en verenigbaar zijn.

11. reconnaît les problèmes indiqués par la Commission concernant les aides à l'investissement en faveur des grandes entreprises, compte tenu de l'absence d'effet d'incitation que semblent attester des données probantes; est cependant d'avis qu'il n'est pas justifié d'exclure totalement les grandes entreprises des règles relatives aux aides d'État dans les régions couvertes par l'article 107, paragraphe 3, point c), du traité FUE, compte tenu de leur contribution à l'emploi, de leurs activités de sous-traitance au profit des PME et de leur implication dans la recherche et le développement; estime que la présence de grandes entreprises est souvent indispensable au succès des PME qui tirent avantage des pôles constitués sous l'impulsion des grandes entreprises et bénéficient des activités de sous-traitance de ces dernières; souligne qu'une telle décision des grandes entreprises risque d'aboutir à des pertes d'emploi et à une réduction de l'activité économique dans les régions ainsi qu'à la délocalisation de leurs activités vers d'autres régions à l'intérieur ou à l'extérieur de l'Union; propose que, dans les régions couvertes par l'article 107, paragraphe 3, point c), du traité FUE, les grandes entreprise soient éligibles aux aides à finalité régionale, à condition que l'octroi desdites aides fasse l'objet d'une surveillance particulière après notification individuelle et soit soumis à des critères de compatibilité supplémentaires liés à l'effet d'incitation et à la contribution au développement régional par le biais de pôles et d'activités de sous-traitance;
11. onderkent de door de Commissie gesignaleerde problemen met betrekking tot investeringssteun aan grote ondernemingen, aangezien hiervan geen aantoonbaar stimulerend effect uitgaat; is echter van mening dat het niet terecht is om grote bedrijven in gebieden die onder artikel 107, lid 3, onder c) VWEU vallen, geheel uit te sluiten van staatssteun, gezien hun bijdrage aan de werkgelegenheid, hun activiteiten op het vlak van onderaanneming die gunstig zijn voor kmo’s en hun betrokkenheid bij onderzoek en ontwikkeling; is van mening dat de aanwezigheid van grote bedrijven vaak de sleutel is tot het succes van kmo's, die profiteren van clusters onder leiding van grote bedrijven en van de activiteiten die door deze bedrijven uitbesteed worden; benadrukt dat een dergelijke uitsluiting van grote ondernemingen kan leiden tot banenverlies en tot inkrimping van de economische bedrijvigheid in de regio’s in kwestie en tot de verplaatsing van activiteiten naar andere regio's binnen en buiten de EU; stelt voor om regionale steun aan grote ondernemingen in gebieden die vallen onder artikel 107, lid 3 VWEU toe te staan, maar deze steun wel te onderwerpen aan een apart onderzoek dat volgt op de afzonderlijke aanmelding en aan aanvullende compatibiliteitscriteria voor stimulerende effecten en de bijdrage aan regionale ontwikkeling via clusters en onderaanneming;

La Cour examine la conformité des dispositions en cause aux règles répartitrices de compétences avant d'examiner la compatibilité desdites dispositions avec le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination.
Het Hof onderzoekt de overeenstemming van de in het geding zijnde bepalingen met de bevoegdheidverdelende regels alvorens de bestaanbaarheid van die bepalingen met het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te onderzoeken.

La Cour examine la conformité des dispositions attaquées aux règles répartitrices de compétences avant d'examiner la compatibilité desdites dispositions avec le principe d'égalité et de non-discrimination.
Het Hof onderzoekt de overeenstemming van de aangevochten bepalingen met de bevoegdheidverdelende regels alvorens de bestaanbaarheid van die bepalingen met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te onderzoeken.

La Commission vérifie la compatibilité desdits projets avec le Traité avant qu'ils ne soient mis en oeuvre».
De Commissie ziet er vóór de tenuitvoerlegging van deze ontwerpen op toe, dat zij met het Verdrag verenigbaar zijn».