22. souligne que le cadre stratégique commun devrait être fondé sur l'idée que les différences de nature et d'échelle entre les projets de RDI et la multiplicité des régimes de financement doivent être gérés de telle sorte que la cohérence, une large représentativité, ainsi que l'articulation, la simplification et la complémentarité entre ceux–ci soient garanties, afin d'ouvrir la voie vers l'excellence;
22. benadrukt dat in het GSK centraal moet staan dat de uiteenlopende aard en omvang van OOI-projecten en de grote hoeveelheid verschillende financieringsregelingen zodanig georganiseerd moeten worden dat samenhang, brede representativiteit, onderlinge afstemming, vereenvoudiging en complementariteit zijn gewaarborgd om zo „trappen naar topkwaliteit” te kunnen bouwen;