Suite à notre proposition de loi spéciale visant à modifier la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, qui prévoit, en son article 3 (voir Do c. 1-190/1), que le membre du Sénat visé à l'article 67, § 1 , 1º, 2º, 5º, 6º, 7º, de la Constitution ou le membre de la Chambre des représentants, élu membre d'un gouvernement communautaire
ou régional, cesse immédiatement de siéger et reprend son mandat lorsque ses fo
nctions de ministre prennent fin, une loi doit o ...[+++]rganiser les modalités de son remplacement au sein de l'assemblée concernée.Overeenkomstig ons voorstel van bijzondere wet houdende wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen (zie Gedr. St. 1-190/1), dat in artikel 3 bepaalt dat een lid van de Senaat bedoeld in artikel 67, § 1, 1º, 2º, 5º, 6º en 7º, van de Grondwet of een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers dat gekozen wordt tot lid van een gemeenschaps- of gewestregering, onmiddellijk ophoudt zitting te hebben en zijn mandaat opnieuw opneemt wanneer een einde komt aan zijn ministerambt, moet er een wet komen om nadere regelen vast te stellen voor zijn verva
nging in de betrokken assemblé ...[+++]e.