Or, dans l'arrêt que cite le juge a quo, la Cour de cassation se réfère tant à l'article 1, 3°, de l'article 3 (« Dispositions transitoires ») qu'à l'article 47 de la loi pour conclure « qu'il suit de l'ensemble de ces dispositions que l'article 1463 ancien du Code civil demeure d'application à la dissolution et à la liquidation d'une société d'acquêts que des époux mariés avant l'entrée en vigueur de la loi du 14 juillet 1976 avaient adjointe à leur régime de séparation de biens ».
In het arrest dat de verwijzende rechter aanhaalt, verwijst het Hof van Cassatie echter zowel naar artikel 1, 3°, van artikel 3 (« Overgangsbepalingen ») als naar artikel 47 van de wet om te besluiten « dat uit het geheel van die bepalingen volgt dat het oude artikel 1463 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing blijft op de ontbinding en de vereffening van een gemeenschap van aanwinsten die de echtgenoten die vóór de inwerkingtreding van de wet van 14 juli 1976 zijn gehuwd, bij hun stelsel van scheiding van goederen hadden gevoegd ».