L'article 31 et suivants du Code pénal prévoyaient la possibilité ou l'obligation, pour les tribunaux, de prononcer contre le condamné, lorsqu'une sanction donnée lui était infligée, l'interdiction temporaire ou à perpétuité d'une série de droits civils et politiques, interdiction qui impliquait notamment la perte du droit d'éligibilité et du droit d'exercer des fonctions, emplois ou offices publics.
Artikel 31 en volgende van het Strafwetboek voorzagen in de mogelijkheid of de verplichting voor de rechtbanken om bij een bepaalde bestraffing de veroordeelde tijdelijk of levenslang vervallen te verklaren van een aantal burgerlijke en politieke rechten. Dit houdt onder meer het verlies in van het recht om verkozen te worden, alsook het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen.