La Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 6, alinéa 1 , 1°, première phrase, de la loi du 10 avril 1990 avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette disposition exclut toute personne de la profession d'agent de sécurit
é lorsqu'elle a été condamnée pour des faits de coups et blessures volontaires même lorsque la condamnation est une peine de travail, alors que pour la majorité des infractions, dont celles prévues aux articles 433decies et suivants du
Code pénal qui sont aussi relatives à la sécurité des
...[+++]personnes, cette exclusion n'intervient que pour une condamnation supérieure ou égale à une peine d'emprisonnement de six mois, compte tenu du but poursuivi par les articles 37ter et suivants du Code pénal qui est d'éviter l'exclusion sociale du condamné.Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van artikel 6, eerste lid, 1°, eerste zin, van de wet van 10 april 1990 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre die bepaling iedere persoon van het beroep van veiligheidsagent uitsluit wan
neer hij is veroordeeld wegens opzettelijke slagen en verwondingen, zelfs wanneer de veroordeling een werkstraf is, terwijl voor de meeste misdrijven, waaronder die bepaald in de artikelen 433decies en volgende van het Strafwetboek die eveneens betrekking hebben op de veiligheid van de personen, die uitsluiting enkel geldt bij een veroordeling tot een gevangenisstraf van zes maande
...[+++]n of meer, rekening houdend met het bij de artikelen 37ter en volgende van het Strafwetboek nagestreefde doel dat erin bestaat de sociale uitsluiting van de veroordeelde te vermijden.